Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Overgangswet W.V.O.

 

Artikel 28
1
De op 31 juli 1968 voor vergoeding in aanmerking genomen stichtingskosten en inrichtingskosten van de bijzondere scholen, bedoeld in de artikelen 7, 13, 17, 20 en 27, worden door de gemeente vergoed voor zover het betreft voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en voor voorbereidend beroepsonderwijs.
2
De op 31 juli 1968 voor vergoeding in aanmerking genomen stichtingskosten en inrichtingskosten van gemeentelijke scholen als bedoeld in de artikelen 7, 13, 17, 20 en 27, blijven vergoed volgens de op die datum geldende voorschriften voor zover het betreft voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van andere vormen van voortgezet onderwijs als bedoeld in afdeling IV van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
2a
De op 31 juli 1968 voor vergoeding in aanmerking genomen stichtingskosten van de bijzondere scholen, bedoeld in de artikelen 7, 13, 17, 20 en 27, blijven vergoed volgens de op die datum geldende voorschriften voor zover het betreft voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van andere vormen van voortgezet onderwijs als bedoeld in afdeling IV van titel II van de Wet op het voortgezet onderwijs.
3
Voor de toepassing van artikel 83 van de Wet op het voortgezet onderwijs ten behoeve van bijzondere scholen, als bedoeld in de artikelen 7, 13, 17, 20 en 27, stelt Onze minister de waarde vast van de op 31 december 1968 in de school aanwezige inrichting, alsmede de waarde van de onderdelen van deze inrichting. De aldus vastgestelde bedragen worden in mindering gebracht op de vergoeding, bedoeld in artikel 83, tweede lid eerste volzin, van de Wet op het voortgezet onderwijs.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •